De achterkant van de maan, die altijd verborgen blijft voor de aarde, heeft wetenschappers lange tijd geïntrigeerd door zijn verschillen met de zichtbare kant. Chinese wetenschappers hebben nieuwe inzichten verkregen door monsters te analyseren die zijn verzameld tijdens de Chang’e-6-missie. Dit artikel bespreekt hoe de mantel van de achterkant van de maan mogelijk opnieuw is gesmolten en wat dit betekent voor ons begrip van de maan.
Belangrijke bevindingen van de Chang’e-6-missie
Monsters van regoliet, verzameld in de regio van de zuidpool op de achterkant van de maan, tonen een ongebruikelijke samenstelling. Deze monsters, opgehaald door de Chang’e-6-missie, suggereren dat de maanmantel in het verleden mogelijk is hersmolten.
1. Hersmelting van de maanmantel
De analyse wijst op twee mogelijke oorzaken voor de bijzondere samenstelling van de mantel:
- Oorspronkelijke samenstelling: De gesteenten van de oude maanmantel bevatten mogelijk van nature weinig bepaalde elementen, zoals zeldzame aardmetalen.
- Hersmelting door een inslag: Een enorme asteroïde-inslag, ongeveer 4,25 miljard jaar geleden, kan de mantel hebben hersmolten. Deze inslag veroorzaakte de grootste krater op de maan, het Zuidpool-Aitken-bekken, met een kracht equivalent aan meer dan een biljoen atoombommen.
Impact: Deze gebeurtenis heeft waarschijnlijk de geologie en thermische evolutie van de maan sterk beïnvloed, een mysterie dat lange tijd onopgelost bleef.
2. Chemische verschillen tussen de maanhelften
De achterkant van de maan verschilt chemisch van de zichtbare kant.
- Minder water: De mantel van de achterkant bevat weinig water in vergelijking met de zichtbare kant, wat wijst op een ongelijke verdeling van vluchtige elementen.
- Uitgeputte mantel: De basalten van de achterkant zijn arm aan zeldzame aardmetalen en elementen zoals thorium, wat kan duiden op een vroege kristallisatie van een magmatisch oceaan of hersmelting na een inslag.
3. Sporen van een oude catastrofe
Het Zuidpool-Aitken-bekken, waar Chang’e-6 monsters verzamelde, is het grootste inslagbekken in ons zonnestelsel. Vulkanische gesteenten uit dit gebied suggereren dat een enorme botsing 4,2-4,3 miljard jaar geleden de mantel opnieuw smolt, wat de samenstelling veranderde door het verlies van vluchtige elementen.
De Chang’e-6-missie
De Chang’e-6-missie, gelanceerd in 2024, bracht voor het eerst monsters van de achterkant van de maan naar de aarde. De landing vond plaats in de Apollo-krater binnen het Zuidpool-Aitken-bekken. Met een robotarm en boor werden zowel oppervlakte- als diepere regolietmonsters verzameld, die unieke inzichten bieden in de geologie van de achterkant van de maan.
Belang van de missie
- Unieke monsters: Dit zijn de eerste monsters van de achterkant van de maan, in tegenstelling tot eerdere missies die alleen de zichtbare kant bestudeerden.
- Wetenschappelijke doorbraak: De monsters helpen de verschillen tussen de twee maanhelften te begrijpen en bieden aanwijzingen over de vroege geschiedenis van de maan.
- Toekomstplannen: Verdere missies zullen de aanwezigheid van water en technologieën voor een maanbasis onderzoeken.
Aanvullende inzichten
Eerder onderzoek wees uit dat gesteenten op de achterkant van de maan afkomstig zijn uit diepe lagen van de mantel, met sporen van een oude magmatische oceaan. Analyse van elementen zoals chloor toont aan dat de achterkant een andere geologische evolutie heeft doorgemaakt, mogelijk door vroege kristallisatieprocessen of latere inslagen.
Veelgestelde vragen over de achterkant van de maan
- Waarom is de achterkant anders dan de zichtbare kant? De achterkant heeft een dikkere korst, meer kraters en minder basaltvlakten door verschillen in de mantel en inslagen.
- Wat maakt de Chang’e-6-monsters bijzonder? Ze komen van de achterkant, een nooit eerder direct bemonsterd gebied, en tonen een mantel met weinig water en zeldzame elementen.
- Was de mantel altijd zo anders? Mogelijk, maar een enorme inslag is waarschijnlijker de oorzaak van de hersmelting en chemische verschillen.
Conclusie
De Chang’e-6-missie heeft belangrijke geheimen van de achterkant van de maan onthuld. De vondst dat de mantel mogelijk opnieuw werd gesmolten na een enorme asteroïde-inslag 4,25 miljard jaar geleden verklaart de chemische en geologische verschillen met de zichtbare kant. De lage waterconcentratie en uitgeputte samenstelling van de mantel wijzen op een complexe geschiedenis, mogelijk beïnvloed door een vroege magmatische oceaan of latere inslagen. Deze ontdekkingen brengen ons dichter bij het begrijpen van de vorming en evolutie van de maan, en toekomstige missies zullen deze kennis verder uitbreiden.